BC Sittard Onderling Kampioenschap Butler 2000

Zitting 03, Baandert, Sittard, 28 maart 2000


Groep A, Spellen 01-04


Copyright © 2000 by Michel Franssen

Aanbevolen biedverloop:

West heeft niet de ideale verdeling voor een infodoublet, en is te zwak om na bijvoorbeeld 1SA door oost nog 2© te bieden. Een volgbod van 2¨ heeft echter het grote nadeel, dat de ª-kleur kan verzuipen. Noords 4© is semi-preëmptief: biedruimte ontnemen aan OW, en de kans meenemen, dat het eigen contract gemaakt wordt. Dankzij wests infodoublet kan oost nu probleemloos 4ª bieden. Noord heeft weinig defensie aangegeven, anders had hij wel de Truscott 2NT van stal gehaald. Zuid biedt op grond van het principe van het minste risico 5©. Neemt zuid geen besluit in die richting, dan moet noord dat doen. Hij is immers zeer maximaal voor zijn semi-preëmpt. West biedt conform dezelfde beginselen nog 5ª. Zuid weet net zo min als de anderen of, en hoeveel 5ª downgaat, maar doubleert om in de buurt van de datumscore te blijven voor het geval dat andere NZ-koppels 4 of 5© mogen spelen en maken.

Als west na een duidelijke denkpauze 2¨ volgt, en oost dan over 4© nog 4ª durft te bieden, doen NZ er verstandig aan hun rechten op schadeclaims voor te behouden. Volgt west zonder aarzeling 2¨, dan staat het oost vrij om te gokken, maar hij krijgt voor die actie vrijwel zeker geen 75% van de experts achter zich. In zo'n situatie kán wests denkpauze inspirerend werken, en dat kunnen geeft de WL volgens de Spelregels al voldoende grond om een arbitrale score toe te kennen.

Aanbevolen biedverloop:

Na 2ª mag west van oost een weak-2 in © verwachten. Hij heeft dan met zijn slechte verdeling echt onvoldoende om naar 4© te springen. Noord biedt met zijn mooie 11-punter en 4-kaart ª zonder dralen 4ª.

Oost bevindt zich in de eerste positie, en de kwetsbaarheid oogt eveneens gunstig. Volgens Ed Hoogenkamp in Alles wat u altijd weten wilde over Preëmptief Bieden, kan hij dan best 3© openen. De ©-kleur mag in zijn optiek zelfs best nog wat slechter zijn. Wie de aanbevelingen van Hoogenkamp in zijn repertoire wil opnemen, moet goede afpraken met zijn partner maken, én ze op de systeemkaart zetten. Superzwakke 3-openingen wijken namelijk te ver af van de wereldwijde standaard. Déze oosthand valt niet onder die categorie, maar west rekent na 3© toch op een 7-kaart. West biedt over 3©-3ª zeker nog 4©, en de kans is groot, dat hij 4ª niet laat staan. Veel NZ-paren zullen volgens het principe van het geringste risico nog 5ª bieden over 5©, maar als ze per ongeluk doubleren, leveren OW nog 5 impen in.

Aanbevolen biedverloop:

Na 1ª heeft west een probleempje. Zijn © zijn niet lang of mooi genoeg voor 2©, en zijn hand is te zwak voor 2§, de vierdekleurconventie. 1SA heeft als nadeel, dat je een ©-deelscore in de 5-3 fit uitsluit, maar die fit hoeft er niet te zijn, en is er hier ook niet. De ©-renonce weerhoudt oost van een sprong naar 3§, maar als west de moed heeft om 2§ eentje op te hogen, gokken veel oosts op de voordeligste manche.

Noord start met ©A en gaat na het afsignaal op zoek naar de juiste switch. Als hij die vindt, is west na 5 slagen reeds down. Dat is niet gemakkelijk, want ook west heeft een 4-kaart § beloofd. Noord zal dus wel ª naspelen. West wint in de hand, en maakt 5 ¨-slagen en ªA, en noord moet noord op ªH nog iets afgooien:

ªB ©HT7 §T

©V854 §V                                                   ªH7 §H87

©B96 §AB

Noord kan ªB niet wegdoen, want dat maakt ª7 hoog. Laat hij §T gaan, dan volgt ª7, en moet noord na ªB en ©H naar ©V spelen. Noord kan echter ©7 dumpen. NZ maken dan de rest. Een voorbeeld: ª7 voor de boer, §T voor het aas, ©B-V-H, ©T en ©9.

Een renonce is meestal geen goede indicatie voor een troefloos contract. 5¨ wordt zelfs na §A en een §-introever door noord nog gemaakt. Oost troeft de ©-return, deblokkeert ªV, steekt na ¨H over in troef, troeft een kleine ª en een kleine ©, haalt de laatste troef, en claimt. Zitten de § ook nog rond, dan maakt oost gemakkelijk 12 slagen. De kans dat beide monors rond zitten, bedraagt evenwel slechts 46.01% (namelijk 67.83% van 67.83%), en dat is te weinig voor slem, zo OW daar überhaupt al aan zouden ruiken.

Een goede oost kiest na het aantonen van de 4-4 fit voor de §-manche, want dan kunnen er vuiltjes weg op de ¨. Het 4-1 zitsel in § brengt grote problemen met zich mee, maar die zijn te overwinnen als oost na © getroefd, ªV, §H voor het aas, ©B-V-A getroefd lucht heeft of krijgt van het troefzitsel, en van de § afblijft: ªA, ªH, ¨H, ¨A, ª getroefd, © getroefd, en als zuid nu ¨V troeft, moet hij in de §-vork kaarten. Als oost in slag 5 op §B snijdt, kan hij later niet voorkomen, dat zuid de derde ¨ aftroeft en noord een ©-slag laat maken. Oost kan die dan immers niet meer aftroeven. Een zeer sterke oost realiseert zich, dat §B toch bij zuid moet zitten, en dat hij zich met de zojuist getoonde speelwijze kan wapenen tegen §ABxx bij zuid. Het vallen van §T is volgens het principe van de beperkte keuze trouwens al een duidelijke aanwijzing, dat zuid die 4-kaart heeft.

In een clublokaal, waar het altijd echoot, is zo'n studeerkamerafspel natuurlijk nauwelijks te vinden, maar in de kabaal- en rookvrije ruimten van de landelijke NBB-competities heb je als goede speler een kans. De rokende topbridgers hebben na enkele rookvrije NBB-seizoenen al gemerkt, dat met het verdwijnen van de nicotine ook het rumoer in de toernooizaal tot het verleden behoort. Het blijft natuurlijk vreemd, dat andere bridgers in hun ambities geremd worden, omdat zij in rook en kabaal van de onderbond moeten bewijzen, dat ze op het rookvrije landelijke niveau thuishoren. District Zuid-Limburg heeft het rookverbod met de parencompetitie van 2000 ingevoerd. Een goede stap, die absoluut moet worden vervolgd met een rookvrije 4-tallencompetitie, want gezond ondernemend bridge gedijt veel beter in die toernooivorm.

Aanbevolen biedverloop:

Zuid neemt het risico, dat west met ¨AVTx achter hem zit voor lief. West doet met 3© nog een manchepoging, maar noord wacht oosts besluit niet af. Oost heeft te veel rommel om iets anders te doen dan passen. West moet na ªA troef inspelen om te proberen zuid op 11 slagen te houden. Zuid kan na het troeftrekken maar één § introeven. De verleiding is dan groot, om klakkeloos de aanbevelingen van The Official Encyclopaedia of Bridge te volgen, om achtereenvolgens te snijden met §B en §H. Dat biedt 76% op 3 §-slagen, namelijk als oost de boer of de heer heeft, of west de heer sec heeft. Zuids plan luidt dan: slag 2 nemen met ¨A, snijden met §T, ¨H spelen, oversteken met ©A, snijden met §9, een © troeven, en een § troeven. De 'Encyclopedie' gaat uit van voldoende rentrees in de zijkleuren, en laat varianten met introevers buiten beschouwing. Zuid komt ook aan 11 slagen als hij §A en 2 §-introevers maakt. Zuid kan met dat plan in het achterhoofd na ¨A beter snijden met §V. Hij maakt dan minimaal 11 slagen, indien:

- oost §H heeft, of:
- iemand §B tweede of derde heeft, of:
- oost 4⁺ §H heeft.

Een ruwe, maar toch al tijdrovende voorcalculatie, geeft dit plan een totale kans van ruim 80%. In die voorcalculatie is slechts gedeeltelijk rekening gehouden met de invloed van veranderende omstandigheden, maar dat geldt ook voor de 76% van de dubbele §-snit uit de 'Encyclopedie'.

Ga naar Spellen 05-08