Acol 2000

Cees Sint en Ton Schipperheyn hebben het Moderne Acolboek van 1983 volledig herschreven naar aanleiding van een groot aantal nieuwe ontwikkelingen in de biedtheorie, met name in de Verenigde Staten. De auteurs gaan uitgebreid in op verder bieden na 1SA en 2SA, na 1 in een kleur, na sterke 2-openingen, na de multi-2, na de Muiderbergse 2-openingen, preëmptieve openingen, tussenbieden door de vijand, volgen op vijandige openingen, en slambieden. Ze doen de Roman KeyCard Blackwood, splinters, SF na tussenbieden op 1SA (Rubensohl), moderne doubletvariaties en tal van andere moderne conventies prima uit de doeken aan de hand van voorbeelden uit recente topwedstrijden, zonder daarbij over hun woorden te struikelen. De NBB gebruikt Acol 2000 als refentieboek bij de zware Spelkennistest voor de opleidingen tot Bridgedocent en Wedstrijdleider. Onmisbaar voor bridgers die hogerop willen. Gebonden, 287 bladzijden.

Prijs:  ƒ39.50

Het complete boek Volgbiedingen

De bridgeliteratuur heeft zich voor 1970 overwegend beziggehouden met het verder bieden na een opening van de eigen partij. Statistisch opent de tegenpartij het bieden echter op ruwweg de helft van de spellen. Wereldkampioen Mike Lawrence heeft sinds de beginjaren '70 een hele reeks boeken over dat ondergewaardeerde thema geschreven. The Complete Book on Overcalls is een van zijn meesterwerken. Het is niet toevallig, dat Sint en Schipperheyn dit deel van zijn oeuvre als eerste in het Nederlands hebben vertaald en bewerkt, want het volgbod is waarschijnlijk de meest toegepaste actie aan de bridgetafel. De expert Lawrence leert de lezer soms volgen op een 4-kaart, hoewel nooit op 2-hoogte, en ook, wanneer het raadzaam is om zelfs met een 14- of 15-punter maar eens te passen. Ruim tweederde van de 253 bladzijden, die de Nederlandse vertaling en bewerking telt, gaat over het verder bieden na een volgbod: steunen van partner's kleur, het bod in de kleur van de tegenpartij, antwoorden in SA, en het teruggekaatste doublet. Een logische uitdieping van de stof, die in Acol 2000 aan de orde komt. Oud-wereldkampioen Hans Kreijns heeft nooit veel opgehad met conventies, maar vindt dit boek van Lawrence zo ongeveer verplichte kost. Gebonden.

Prijs:  ƒ39.50

De kunst van het af- en tegenspelen

Sint en Schipperheyn brachten in de beginjaren '80 een serie boekjes over het af- en tegenspel. De zes deeltjes van Spel en Tegenspel waren Nederlandse bewerkingen van ideëen van Terence Reese en Roger Trézel. Die ideëen worden dieper uitgewerkt in de nieuwe serie Spel en Tegenspel.  De kunst van af- en tegenspelen is daarvan het eerste deel. In dit gebonden boek van 224 bladzijden komen alle basisaspecten van de moderne speeltechniek aan de orde, vaak aan de hand van voorbeelden uit de recente  grootmeesterpraktijk. De eerste helft is gewijd aan het afspelen van SA- en troefcontracten. Belangrijke thema's zijn communicatie, tempo, het benutten van troeven aan de 'korte' kant, en het vrijspelen of -troeven van lange kleuren. In de tweede helft wordt bekeken hoe de tegenspelers.de plannen van de leider kunnen saboteren. Succesvolle verdedigers moeten rekening houden met het biedverloop, en consequent zijn in hun uitkomen, signaleren en communiceren met de partner. In het laatste hoofdstuk worden de thema's verbindingen en troefpromotie verder uitgediept aan de hand van beroemde tegenspelfiguren als de Krokodillencoup, de Merrimac coup en de Uppercut.

Prijs:  ƒ39,50

Bijzondere Speelwijzen

Een bridger raakt nooit uitgeleerd op het gebied van af- en tegenspelen. Sint en Schipperheyn hebben met De kunst van af- en tegenspelen een gezonde 'honger naar de bal' bij de lezer opgewekt. Die wordt in het tweede deel, Bijzondere speelwijzen, voor een poosje gestild. In dit gebonden boek van 256 bladzijden komen vier belangrijke thema's zeer uitgebreid aan de orde. Liefst 78 pagina's handelen over safety plays aan de hand van de kansrekening. Dit belangrijke thema wordt door veel bridgers schromelijk onderschat. "Kaartcombinaties speel je op gevoel en intuïtie," zeggen ze vaak. In de combinatie:

A

B T 5 4 3 2

spelen zij bijvoorbeeld, na het aas, de boer of tien uit de hand. Zo verliezen zij onnodig een derde slag bij zitsels als:

A
V 9                                               H 8 7 6
B T 5 4 3 2

De boer is voor de vrouw, en later moet zuid van zijn tien naar de heer-acht toespelen. Hij voorkomt deze extra verliezer door in de tweede ronde een kleine na te spelen. Zo maakt hij 4 slagen als de kleur 3-3 zit, of 4-2 met minstens één honneur bij de doubleton. Tegen HVxx, 5-1 en 6-0 is geen kruid gewassen.
De andere hoofdstukken gaan over eliminatie en ingooi, listige speelwijzen, en blokkades.

Prijs:  ƒ39,50