Mijn arbitragehoek

Multi 2¨1

Sittard 3-Mijnstreek 2
Hoofdklasse 4-tallen Zuid-Limburg
Sittard, 16 november 1999

 


Spel 18
Oost/NZ
  
ª 842
© BT87
¨ HVT876
§ ---
ª 6
© A932
¨ A952
§ AV95
           N
       W   O
           Z
 
ª B5
© HV65
¨ B
§ HBT32
ª AHVT973
© 4
¨ 4
§ 8764


Biedverloop:

West Noord Oost Zuid
---
2©
4©
pas
pas
---
pas
....pas
pas
pas.
pas
3©
pas
dbl
2¨
pas
4ª
pas


2¨, gealerteerd, toonde volgens de systeemkaart van NZ een multi-2¨, met als zwakke variant een weak-2 in © of ª, 6+ kaart.

2©, SF, toonde een 4+ kaart © en 12+ hcp, oost inviteerde met 3©, west accepteerde.

Noord dacht nu zeker een halve minuut na alvorens te passen. Zuid bood eerst nu 4ª, gedoubleerd door oost.

Zuid volstond na een ¨-start met 10 slagen.

Na afloop van het spel ontboden OW de arbiter. Zij waren het niet eens met het 4ª-bod van zuid na noords lange, en niet betwiste denkpauze. Zuid erkende, dat hij bewust 2¨ had geopend om de kat uit de boom te kijken.

Ik liet de feiten noteren, en nam het spel mee om het met meesterklasser Rob van Wel te bekijken. Wij concludeerden, dat:

- zuid met zijn multi-2¨ al had aangegeven te twijfelen over de juistheid van een 3ª- of 4ª-opening

- zuid ook na 3© had verzuimd 3ª of 4ª te bieden

- zuid na noords denkpauze vrijwel risicoloos 4ª kon bieden

- zuid mogelijk geïnspireerd was door noords lange denkpauze

- wij nu volgens Spr. 73F1 niet anders konden dan een arbitrale score toekennen.

Wij besloten het resultaat op dit spel te wijzigen in 4© ongedoubleerd en precies gemaakt door west.

Na dit te hebben medegedeeld, wees ik NZ erop, dat zij tot een half uur na afloop van de wedstrijd beroep konden aantekenen. Dat hebben zij gedaan tegen contante betaling van het protestgeld van ƒ25.

Deze bizarre 2¨-opening deed mij thuis denken aan een jeugdexperiment van Van Wel zelf in 1979 op een clubavond van BC Weert. Rob van Wel, die op 17-jarige leeftijd nog met zijn broer Jos speelde, opende tegen ons 2¨ op een hand, die zelfs volgens de regel van 2 en 3 een 3ª-opening waard was. Na afloop van de zitting ontstond tussen enkele spelers van het eerste team van Weert en de leergierige jeugd van Verkeerd Gesneden een geanimeerde discussie. De uitkomst was, dat zo'n 2¨-opening in strijd was met het principe van de preëmptieve opening: enerzijds maximale druk op de tegenpartij, anderzijds maximale duidelijkheid naar de partner. Literatuur van Ewen en Bergen bevestigde deze stelling.

Van Wel hoopte ons in 1979 met zijn onderboden 2¨-opening op het verkeerde been te zetten.Enkele maanden later belandde ik in Albuquerque, New Mexico. Daar hoorde ik, dat een dergelijke multi bij de ACBL rood was.

De EBL en NBB hebben de ACBL later steeds meer gevolgd bij het uitbannen van conventies, die primair het oogmerk hadden de tegenpartij te flessen. Het voorbeeld van 1979 bracht mij ertoe, om de omschrijving van Rode Afspraken uit de WL-cursus van Hans de Jager van oktober 1999 nog eens na te slaan. Daarin staat de integrale tekst van de regeling toegestane systemen en afspraken van de NBB van 1997. De definitie van Rode Afspraken luidt aldus:

"Een afspraak is rood als hij één van de volgende kenmerken heeft:

1. een openingsbod van 2§ tot en met 3ª; of
2. een volgbod op één-, twéé- of drieniveau na een natuurlijke kleur-opening op éénniveau dat:
    * volgens afspraak zwakker kan zijn dan 10 HCP én
    * niet ten minste een vierkaart in één bekende kleur belooft.

Uitzondering 2:  De multi-colored 2¨-opening, indien de enige zwakke variant de zwakke twee in één van de hoge kleuren aangeeft."

(De Uitzonderingen 1, 3 en 4 zijn hier niet van toepassing)

De zuidhand van 16 november 1999 is offensief in elk geval te sterk voor een multi-2¨. Volgens LTC'ers heeft zuid zelfs maar weinig meer dan 5 losers. Het was technisch niet correct om deze hand als een zwakke twee in ª te verkopen. De 2¨-opening was in strijd met Uitzondering 2 op de Definitie van Rode Afspraken, en dus rood. Rode Afspraken zijn in de hoofdklasse en eerste klasse van een district slechts toegestaan, indien deze minstens acht dagen voor de wedstrijd schriftelijk kenbaar zijn gemaakt aan de tegenpartij. De vermelding op de systeemkaart, dat de zwakke variant op een 6+ kaart in een hoge kleur berust, zou ook dán niet voldoende zijn. Volgens Spr. 75B moeten regelmatig voorkomende afwijkingen van het systeem, voor zover deze niet rood zijn, eveneens kenbaar worden gemaakt.


Terug

Copyright © 1999 by Michel Franssen