Spel 13 Noord/allen |
ª V7 © AH5 ¨ HB872 § AT6 |
|
ª 643 © VBT ¨ T653 § 974 |
N W O Z |
ª HT95 © 974 ¨ V § HVB82 |
ª AB82 © 8632 ¨ A94 § 53 |
|
Oost vergat dat hij op deze hand geen 2§ kon
volgen wegens Landy. West vergat de conventie ook. Hij alerteerde dus niet. Zuid las op de
kaart dat 2§ beide hoge kleuren toonde, maar
paste, en riep eerst na de afsluitende pas de arbiter. Die kon het spel slechts laten
spelen en na afloop bestuderen. Oost ging voor 300. Aan de andere tafel maakte noord 3SA+1
voor +630, een winst van 8 imps.
Ik bestudeerde de systeemkaarten van beide partijen. Landy was een van de weinige
conventies die OW speelden, geen al te grote ballast. Zij kregen derhalve 1 victory point
straf voor gebrek aan kennis van het eigen systeem.
Ik moest echter eerst de vraag beantwoorden, of het feit, dat NZ de manche gemist hadden,
geheel of ten dele te wijten was aan de overtreding van OW. De systeemkaart van NZ telde
twee SF-conventies: tegen het tussenbieden van de tegenpartij, en tegen de multi-2¨. De eerste SF-conventie kon alleen slaan op
tussenbieden na de eigen 1SA-opening, anders was er sprake van oneigenlijk gebruik van
terminologie. Deze SF-conventie hebben Ton Schipperheyn en Cees
Sint uitvoerig beschreven in Acol 2000 en het Moderne
Conventieboek. Na een reëel 2§-volgbod heeft zuid de volgende mogelijkheden:
doublet | straf |
2¨/©/ª | reëel, 5+ kaart, niet-inviterend |
2SA/3¨/3© | transfers naar respectievelijk 3¨, 3© en 3ª, inviterend of sterker |
3§ | Staymanachtig, maar zonder §-dekking biedt noord altijd 3¨ |
Ik verkeerde in de veronderstelling, dat Schipperheyn en Sint tegen een Landy-2§ dezelfde verdediding hanteerden als Berry Westra in Conventies en Gadgets:
doublet | straf tegen tenminste één van de majors |
rest | naturel |
Volgens deze aanpak had zuid kunnen doubleren. In het gunstigste geval had oost dan 2§ gedoubleerd moeten spelen. Oost had na ¨A en ¨9
getroefd direct op de © af moeten gaan om er
met -800 vanaf te komen. Het alternatief was een inviterende 2SA, wat tegenover een
maximale noord tot een onverliesbare 3SA had geleid.
Ik heb naderhand overigens vergeefs in Acol 2000 en het Moderne Conventieboek naar deze
uitbreiding gezocht. Dat was echter niet relevant. Zuid kon desgevraagd niet eens
vertellen, waar die eerste vermelding van de SF-conventie toe diende, laat staan wat de
afspraken waren tegen een Landy-2§. De kaart
van NZ gaf evenmin antwoord op die vraag. Ik stelde daarom vast, dat NZ geen bijzondere
verdediging tegen de Landy-2§ hadden, en moest
het er daarom op houden, dat zij in die situatie alles reëel speelden. Zuid had hier 2SA
kunnen bieden. ©8632 was ook een dekking, want
noord had, op grond van zijn 1SA-opening, in het slechtste geval twee kleintjes in die
kleur. Ook dan kon die kleur nog steeds nog steeds 4-3 zitten, zonder specifieke info een
kans van ruim 62%. NZ hadden pas in 3SA gezeten als noord maximaal was, in welk geval hij
vrijwel zeker minimaal één volle stopper in ©
zou hebben gehad.
Zuid had met 9 hp geen enkele reden tot angst, en het missen van het lucratieve
strafdoublet dan wel de manche geheel aan eigen passiviteit te wijten. Zuid had, door niet
onmiddellijk na constatering van de onreglmatigheid de arbiter te roepen, het recht op
eventuele schadevergoeding trouwens zo goed als verspeeld (zie artikel 11
van de Spelregels). Ik handhaafde daarom het resultaat, +300 voor NZ.
Sittard 8 won met 34-31 in imps. In winstpunten betekende dat 15-15, en 14-15
na aftrek van de toegekende procedurele straf.
Copyright © 1999 by Michel Franssen